ADEMHALINGSOEFENINGEN
Oefening 5: Verminderen van de schouderbeweging bij het ademen
Toepassing Bij mensen, die te veel de schouderspieren gebruiken bij het ademen.
Instructie (met gebruik van stoel met armleuningen) Ga zitten voor een spiegel, adem gewoon en observeer of je kunt zien of de schouders omhoog gaan tijdens het inademen.
Neem dan een stoel met armleuningen en zorg dat je onderarmen op de armleuningen gesteund liggen. NB Let op dat de arm leuningen niet te hoog of te laag staan, dus zoek een passende stoel! Adem dan rustig uit door getuite lippen en hou de armen goed op de stoelleuning terwijl je inademt. Duw de armen tijdens het inademen zachtjes naar beneden. Wanneer je uitademt kun je de spanning op de stoelleuning weer loslaten. Doe dit een paar maal achter elkaar.
Instructie (zonder gebruik van stoel met armleuningen)
Ga zitten met de handen losjes in elkaar, draai de handpalmen naar boven en laat de handen op je schoot rusten. Tijdens het inademen duw je zachtjes, maar duidelijk, met je vinger toppen tegen de handrug en je laat de druk weer los tijdens het uitademen.
|
|