Hypochondrie.
Hypochondrie.
het interpreteren van op zich onschuldige lichamelijke gewaarwordingen als mogelijke tekenen van een ernstige ziekte;
preoccupatie een ernstige ziekte te hebben ook al blijkt dat uit adequate medische beoordeling het tegendeel blijkt;
Een andere term voor de aandoening is ziektevrees. Wie aan hypochondrie lijdt, heeft een overmatige angst om een ernstige lichamelijke ziekte te hebben, terwijl hiervan uit onderzoek niets blijkt. De persoon kan vaak de locatie, ernst en duur van de symptomen gedetailleerd aangeven, maar deze zijn door een arts niet als een duidelijk lichamelijk ziektebeeld te herkennen. Als de patiënt daadwerkelijk een (lichte) ziekte heeft, interpreteert hij het ziektebeeld als veel ernstiger dan het in werkelijkheid is. Als een arts de patiënt heeft onderzocht en de patiënt geruststelt, vreest de patiënt dat de arts de ware oorzaak niet heeft kunnen vinden. Omdat de patiënt er sterk van overtuigd is dat er iets mis is, zijn behandeling en herstel vaak gecompliceerd. Bij hypochondrie hoort het somatiseren; het verlichamelijken van emotionele klachten.
Hypochondrische symptomen kunnen optreden als onderdeel van een ander ziektebeeld, bijvoorbeeld een angststoornis. Er is dan meestal sprake van een ander type klachten.
Behandeling
Cognitieve gedragstherapie bij hypochondrie beoogt de patiënt te leren een reëlere kijk op de lichamelijke gewaarwordingen te ontwikkelen. Dit gebeurt door erkenning van de klachten, adequate uitleg en heldere, gestructureerde afspraken en niet door (meer) medisch onderzoek. Niet de lichamelijke klachten, maar de angst en bezorgdheid erover staan centraal. Het doel van de behandeling is vermindering van de angst en niet van de lichamelijke klachten. Door zichtbaar te maken dat de klachten kunnen worden onderhouden door bijvoorbeeld het zoeken van geruststelling bij derden kan men de patiënt duidelijk maken dat een vicieuze cirkel is ontstaan. Vervolgens wordt samen met de patiënt getracht deze cirkel te doorbreken, zodat minder geruststelling nodig is en de patiënt meer controle over de klachten krijgt.