Previous Image
Next Image

info heading

info content


Onderscheid van angststoornissen

Hieronder worden de typen angststoornissen onderscheiden. Op de aparte pagina’s kunt u er meer over lezen.

In het diagnostisch classificatiesysteem DSM-IV worden de volgende angststoornissen onderscheiden:

  1. Paniekstoornis met of zonder agorafobie
  2. Sociale fobie of angststoornis
  3. Specifieke of enkelvoudige fobie
  4. Obsessief-compulsieve stoornis of dwangstoornis
  5. Gegeneraliseerde angststoornis
  6. Posttraumatische stress-stoornis
  7. Hypochondrie
  8. Angststoornis door een lichamelijke aandoening
  9. Acute stressstoornis
  10. Angststoornis door alcohol of drugs
  • Een paniekstoornis kenmerkt zich door recidiverende, niet-voorspelbare paniekaanvallen, waarbij men tussen de aanvallen door bang is een nieuwe paniekaanval te krijgen. Omdat patiënten bang zijn om buitenshuis een nieuwe aanval te krijgen ontstaat vaak agorafobie, vandaar dat de DSM-IVTRonderscheid maakt in ‘paniekstoornis met of zonder agorafobie’. De paniek is indrukwekkend en belastend voor de patiënt en de mantelzorg. Patiënten met een paniekstoornis doen over het algemeen een groot en vaak acuut beroep op hun omgeving en de gezondheidszorg.
  • Agorafobie kenmerkt zich door angst voor situaties waaruit de patiënt denkt moeilijk te kunnen ontkomen of voor situaties waarin hij moeilijk hulp zou kunnen krijgen als hij plotseling onwel zou worden. Dit leidt tot pogingen deze situaties te vermijden (vermijdingsgedrag). Vaak vermijdt men meerdere situaties, zoals alleen buitenshuis zijn, in een menigte verblijven (drukke straten of warenhuizen, restaurants, kerken) en met de auto, bus of trein reizen.
  • Een specifieke fobie kenmerkt zich door abnormale angst voor een bepaald object, bijvoorbeeld spinnen, slangen of bloed, of voor een bepaalde situatie, zoals hoogte (hoogtevrees), onweer en een kleine ruimte (claustrofobie). Confrontatie met het object of de situatie vermijdt men of doorstaat men met verhoogde lichamelijke waakzaamheid.
  • Een sociale fobie kenmerkt zich door een abnormale angst voor situaties waarin de patiënt wordt blootgesteld aan een mogelijke kritische beoordeling door anderen en waarin hij bang is zich belachelijk te maken. De sociale fobie kan men onderverdelen in een specifieke vorm, waarbij de angst gekoppeld is aan één specifieke situatie, zoals spreken in het openbaar (podiumvrees), trillen of blozen in sociale situaties of de angst dat men zich belachelijk maakt door datgene wat men zegt, en in een gegeneraliseerde vorm waarbij de angst in meer situaties optreedt.
  • Een obsessieve-compulsieve stoornis kenmerkt zich door aanhoudende dwanggedachten of beelden (obsessies) en/of daarbij horende dwanghandelingen (compulsies). De steeds terugkerende gedachten of beelden beleeft men als onvrijwillig, maar wel als een product van de eigen persoon. De dwanghandelingen moeten volgens bepaalde regels worden verricht. Het doel van de dwanghandelingen is het reduceren van angst en het voorkomen van bedreigende gebeurtenissen/situaties, door wassen, controleren, tellen of bidden. Bij een obsessieve-compulsieve stoornis heeft de persoon last van zijn klachten en kosten deze meer dan een uur per dag of verstoren ze in ernstige mate het dagelijks functioneren.
  • Een gegeneraliseerde angststoornis kenmerkt zich door aanhoudende (> 6 maanden) nervositeit, bezorgdheid en een sterke neiging om te piekeren over kleine, dagelijkse problemen en gebeurtenissen, bijvoorbeeld op het gebied van werk, financiën, kinderen en toekomst. Dagen met klachten zijn in de meerderheid en de persoon heeft moeite het piekeren onder controle te houden. Deze stoornis gaat gepaard met symptomen als vermoeidheid, concentratieproblemen, prikkelbaarheid, spierspanning en slaapproblemen.
  • Een posttraumatische stressstoornis (PTSS kenmerkt zich door herbelevingen van een traumatische gebeurtenis, bijvoorbeeld in de vorm van terugkerende nachtmerries of herinneringen; deze zijn langer dan een maand aanwezig. Hiernaast kan vermijding van prikkels (situaties, gedachten, activiteiten of mensen) die in verband staan met het trauma voorkomen. Ook kunnen er langdurig symptomen van toegenomen prikkelbaarheid of woede-uitbarstingen zijn, overdreven schrikreacties en/of zich moeilijk kunnen concentreren.
  • Hypochondrie kenmerkt zich door een aanhoudende angstige preoccupatie met de mogelijkheid een ernstige ziekte te hebben of te krijgen, ondanks adequate medische beoordeling en geruststelling. Onschuldige lichamelijke verschijnselen worden als tekenen van een ernstige ziekte gezien. Deze preoccupatie veroorzaakt een aanzienlijk lijden of beperkingen in het dagelijkse functioneren

Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (kortweg DSM)

De DSM is een Amerikaans handboek voor diagnose en statistiek van psychische aandoeningen dat in de meeste landen als standaard in de psychiatrische diagnostiek dient. Vanaf 2014 moet er sprake zijn van een diagnose op basis van de DSM, anders wordt de zorg van uw behandeling door een psycholoog niet meer vergoed.