Paniekstoornis met / zonder agorafobie (PS):
Paniekstoornis met / zonder agorafobie (PS):
Van een paniekaanval spreken we als iemand een redelijk korte periode doormaakt van intense angst, waarbij sprake is van hartkloppingen, transpireren, trillen of beven, gevoel van ademnood of te stikken, pijn op de borst, misselijkheid of buikklachten, een gevoel van duizeligheid, de angst om de zelfbeheersing te verliezen of de angst om dood te gaan. Meestal duren dit soort aanvallen zo’n minuut of tien, maar voor de patiënt zelf kunnen ze vaak langer lijken. Deze paniekaanvallen blijken over het algemeen spontaan op te treden, maar vaak gaat er al een gevoel van spanning aan vooraf.
In de eerste fase van de paniekaanval, waarbij sprake is van een lichte spanning, ontstaan zoals eerder beschreven, een aantal lichamelijke gevoelens die te maken hebben met de vecht/vluchtreactie. Vervolgens reageert iemand op deze, in principe onschuldige, gevoelens. Vaak speelt daar de gedachte een rol bij als: ‘ik ga dood’ of ‘ik word gek’ of ‘straks val ik nog flauw’. Hiermee is de tweede fase van de paniekaanval ingezet. Door de interpretatie die iemand maakt van de lichamelijke gevoelens ontstaat een heftiger angst. Deze angst zorgt voor een toename van de eerder genoemde lichamelijke gevoelens. Dit versterkt vervolgens de gedachte dat er iets ernstig mis is, wat er verder toe leidt dat de angst uitmondt in paniek.
De paniekaanval wordt dus voor een belangrijk deel in stand gehouden door de manier hoe we de lichamelijke signalen die bij angst horen interpreteren. We zijn er van overtuigd dat er iets vreselijk mis gaat. Op een moment dat we onszelf ervan kunnen overtuigen dat dat niet het geval is kunnen we deze angst dus aanpakken.
In heel veel gevallen gaat de paniekangst gepaard met vermijding. Vaak gaan mensen situaties vermijden waarvan ze denken dat paniekaanvallen daar een grotere kans hebben. Het gaat dan vaak om drukke winkels, situaties waarbij iemand ver van huis (en de veiligheid) is of afgesloten ruimtes, zoals liften e.d. Wat dan kan ontstaan is de paniekstoornis met agorafobie, ofwel pleinvrees of straatvrees.
Kenmerken
– de angst is intens;
– ze begint plotseling;
– het betreft o.a. de volgende symptomen:
kloppend of bonzend hart / versnelde hartslag;
trillen of beven;
gevoelens van ademnood / het gevoel te stikken.
vaak ontstaat uit een paniekaanval angst voor publieke gelegenheden, zoals warenhuizen, treinen, restaurants en bioscopen, omdat men daar – mocht er weer een paniekaanval ontstaan – het gevoel heeft niet te kunnen ontsnappen of wegvluchten.
Hoe vaak komt het voor
De paniekstoornis is de meest voorkomende angststoornis (1 tot 5 % van de bevolking)
Ze komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen: paniekstoornis zonder agorafobie (2 * zo vaak); en met agorafobie (3 tot 4 * zo vaak).
Angststoornissen zijn beschreven in de DSM IV, en daarmee vallen daarmee ook onder verzekerde zorg.